‘Amendement van der Tang’ maakt extra verhoging OZB in 2022 overbodig

21 juli 2021

Bij de behandeling van de Kadernota met daarbij ook de vaststelling van de ombuigingsrapport diende SGP-woordvoerder Simon van der Tang een amendement in die een wijziging aanbracht in de voorliggende ombuigvoorstellen voor 2022. De ombuigingsvoorstellen zijn nodig omdat de begroting aanvankelijk een groot tekort voorzag in de komende jaren. E.e.a. heeft te maken met de ambitie van de gemeente maar ook met de tekorten in de jeugdzorg. Om de gaten in de begroting te dichten zijn vooralsnog de Enecogelden ingezet. Dit is echter een onwenselijk ontwikkeling. De raad stelde bij het vaststellen van de begroting 2021 vast dat er gewerkt moet worden aan ombuigingen/bezuinigingen.

In het ombuigingsrapport wordt breed gekeken. Wettelijke en niet-wettelijke taken zijn tegen het licht gehouden. Daarnaast zijn voorstellen gedaan om de OZB vanaf 2022 extra te verhogen. Voor de toeristenbelasting zou dat per 2023 zijn. De totale operatie omvat een bedrag van 2,5 miljoen structureel.

‘Naar aanleiding van de uitspraak van de Commissie van Wijzen inzake arbitrage jeugdzorg, is duidelijk geworden dat onze gemeente voor 2022 een bedrag van ca. 3,4 miljoen euro kan verwachten. Op basis hiervan vinden wij het verstandig en verantwoord om in 2022 nog niet alle voorgestelde ombuigingen uit te voeren. We willen de ombuigingen in het niet-wettelijke domein en in het opbrengend vermogen (vooralsnog) 1 jaar uitstellen’, aldus van der Tang.

Door de extra gelden voor jeugdzorg blijft het resultaat voor de jaarschijf 2022 nog steeds positief. Het heeft niet de voorkeur van de indieners van de motie om bijv. de OZB te verhogen. Vooralsnog stellen wij voor om deze voorstellen toch in het ombuigingsrapport te laten staan en het gesprek op een later moment te vervolgen. Het komende jaar kan er meer duidelijkheid komen over de PM-posten, zoals met name het Kunstwerkenbeheerplan. Te zijner tijd is er hopelijk ook meer duidelijkheid over het structurele karakter van de tegemoetkoming jeugdzorg. In de tussentijd kan ook het gesprek worden gevoerd over onder meer een nieuw convenant voor de toeristenbelasting en, in samenhang daarmee, de gelden die beschikbaar zijn voor VVV en eilandmarketing. Kortom: door een deel van de ombuigingen een jaar uit te stellen, is er gelegenheid om meer inzicht te krijgen in de noodzaak én de gevolgen van de ombuigingen’.