In maart verscheen een onderzoek van RTL over de aanrijtijden van ambulances in ons land. Uit het onderzoek bleek wederom dat de streefnorm van 15 minuten op ons eiland niet altijd wordt gehaald en in sommige kernen behoorlijk wordt overschreden. De SGP fractieleden Erwin Guijt en Peter Grinwis trokken hierover aan de bel en stelden het college diverse vragen over deze problematiek. Gezien het belang van het onderwerp en het feit dat de beantwoording ook nog wat vragen oproept verzocht de SGP-fractie of de directeur van de Ambulancezorg Rotterdam Rijnmond binnenkort nadere uitleg wil geven in een presentatie avond.
In de beantwoording van de schriftelijke vagen gaat het college eerst uitgebreid in op het onderzoek. Zo wordt gesteld dat in het onderzoek gerefereerd wordt aan de streefnorm van 15 minuten. Deze streefnorm is een afgeleide van berekeningssystematiek die door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wordt gehanteerd om de totale benodigde ambulancecapaciteit in Nederland te bepalen en deze vervolgens toe te delen aan de 25 Regionale Ambulancevoorzieningen. Deze streefnorm heeft een historische oorsprong en kent geen medisch-wetenschappelijke onderbouwing. Verder wordt aangegeven dat deze streefnorm geldt onder normale omstandigheden en daarvan is niet altijd sprake. Denk dan bijvoorbeeld aan onvoorziene verkeersomstandigheden, slechte weersomstandigheden, een piek in 112-meldingen, etc. In de tweede plaats geldt deze ‘streefnorm’ als gemiddelde voor de gehele regio en gedurende een heel jaar. Er kunnen dus per dag of uur of per gebied verschillen optreden. Verder wordt gesteld dat een ambulance niet altijd binnen 15 minuten ter plaatse hoeft te zijn om toch goede zorg te bieden. ‘Omgekeerd kunnen 15 minuten in sommige spoedeisende situaties nog te lang zijn’.
Capaciteit
Bij de verdeling van de (per definitie) schaarse ambulancecapaciteit over de regio wordt door de ambulancedienst in samenspraak met de zorgverzekeraars een risico inschatting gemaakt en wordt gekozen voor een spreiding waarbij de kans het grootst is dat er een vraag naar spoedeisende ambulancezorg komt. Terwijl zij anderzijds nog steeds rekening houden met de minimale spreiding van ambulances ten behoeve van algehele gebiedsdekking.
Men erkent dat, als gevolg van de zorgvraag, de beschikbare ambulancecapaciteit en de rij-afstanden een zekere variatie op treedt in de responstijden van de ambulances. ‘Dit treedt vooral op in de dunner bevolkte gebieden aan de buitenranden van de regio waar ook de buurregio’s om dezelfde reden beperkte ambulancecapaciteit beschikbaar hebben. Deze omstandigheden gelden ook voor het oostelijk deel van Goeree-Overflakkee. Door de meldkamer ambulancezorg (MKA) worden beschikbare ambulances in de regio steeds zo optimaal mogelijk gespreid’, aldus het college in de brief.
Hoge urgentie
Ook vroeg de fractie naar het effect van de zogenoemde ‘A0-ritten’. Dit zijn ritten met de hoogste urgentie. Vanaf 1 februari 2024 wordt hiermee gewerkt. Hoewel in 97,5% van alle gevallen deze ritten binnen de 15 minuten worden gehaald, doet men geen uitspraak over deze ritten op ons eiland.
Oplossingen
Op de vraag of in hoeverre het college het zorgelijk vindt dat er grote verschillen bestaan tussen aanrijtijden van ambulances op ons eiland wordt geantwoord dat ook het college graag ziet dat iedere inwoner net zo snel bereikt wordt door een ambulance. ‘Tegelijk zien we dat er altijd al verschillen zijn geweest tussen de aanrijtijden van ambulances in het midden van Goeree-Overflakkee en de aanrijtijden op de flanken van onze gemeente. Hiervoor zijn verklaarbare redenen zoals dunner bevolkt gebied en minder meldingen, waardoor de verdeling van de schaarse ambulancecapaciteit zich meer concentreert rondom de dichter bevolkte gebieden in onze gemeente waar meer vraag is naar een ambulance. Wij blijven ons als college inzetten voor adequate hulpverlening in heel onze gemeente en zien ook dat oplossingen als het uitrusten van brandweerwagens met AED’s goede aanvullingen zijn op de hulpverleningsketen. Immers komen bij veel incidenten meerdere hulpverleningsdiensten ter plaatse die in staat zijn levensreddende handelingen te verrichten. Dat valt niet af te leiden uit de aanrijtijden van de ambulance’.