Financieel beleid

De gemeente geeft gemeenschapsgeld uit. Daarom moeten de uitgaven doelmatig, zuinig en verantwoord zijn. Hoewel het rendement van uitgaven niet altijd (direct) ‘meetbaar’ is, moet steeds worden afgewogen of uitgaven (nog) nuttig en noodzakelijk zijn. Daarnaast moeten er voldoende reserves zijn, om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. De gemeente moet terughoudend zijn in het heffen van belastingen.

Concreet:
  • Tegenover structurele uitgaven moeten structurele inkomsten staan;
  • De begroting moet structureel sluitend zijn;
  • Verhoging van de gemeentelijke belastingen is (met uitzondering van inflatiecorrectie) pas aan de orde indien bezuinigingen en aanpassing van het investeringsbeleid niet voldoende financiële ruimte bieden;
  • Incidentele meevallers worden in beginsel toegevoegd aan de reserves;
  • Verkregen Enecogelden worden maatschappelijk verantwoord en duurzaam ingezet;
  • Structurele meevallers worden mede gebruikt om de belastingdruk te verlichten.